Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Over de populistische revolutie

Marijn Kruk heeft een interessant boek geschreven met de titel Opstand. De populistische revolte en de strijd om de ziel van het Westen. Van harte aanbevolen door Roxane van Iperen en Beatrice de Graaf.

De vraag die mij al een tijdje bezighoudt is: hoe valt het te verklaren dat figuren als Orbán, Baudet, Marine le Pen en Salvini minder op Poetin zijn gebeten dan wat zij beschouwen als de links-liberale elite?

Het antwoord is soms “omdat het allemaal fascisten zijn”. Dat antwoord is mij te makkelijk. Als dat fascisten zijn, weet ik nog veel meer fascisten: Biden, Obama, Bush, Blair, Starmer, Macron, Scholz, Rutte. Allemaal bloed aan hun handen. Maar dat terzijde.

Kruk laat in het boek een groot aantal figuren aan het woord a la Salvini, Maréchal, Hazony, Meloni, Marine le Pen, Wilders, Baudet, Fortuyn, Bosma, Bolkestein, Dreher, Maistre, Gantzert, Orbán, Lánczi, Scruton, Vlaardingerbroek, Le Goff, Renaud Camus, Zemmour en nog veel meer. Hij heeft ze niet alleen gelezen, maar vaak ook gesproken.

Thema’s die vaak terugkeren in het denken van die figuren zijn de dreiging van de Islam en de komst van zoveel islamitische migranten, het verlies van de nationale identiteit waarvan de christelijk-joodse waarden geacht worden deel uit te maken en het verlies van een goed geordende samenleving waarin nog respect bestond voor gezag.

De aanduiding extreem-rechts doet denken dat het een gedachtegoed betreft dat in het verlengde ligt en veel verder gaat dan wat wij decennialang rechts plachten te noemen: de VVD en het neoliberale marktdenken. Dat draagt niet bij aan een goed begrip van ‘extreem-rechts’. Bij Kruk passeren ook denkers de revue die vinden dat open grenzen, geld en consumptie de overgeleverde cultuur stuk maken.

In plaats van extreem-rechts zou het dus beter zijn te spreken van conservatief nationalistisch. Dat maakt het ook meteen beter te begrijpen dat de Salvini’s, de Baudets, de Orbáns niet geneigd zijn in Poetin de duivel te zien waar hij door zowel PvdA/GroenLinks als VVD/D66 voor wordt gehouden.

Op dat conservatief nationalisme valt natuurlijk veel af te dingen. Nationale staten ontstonden pas in de 19e eeuw en veel vaderlandse geschiedenis is sindsdien gewoon verzonnen. En overigens was het vroeger niet voor iedereen beter. De eerste voor iedereen bereikbare wasmachines dateren van de 2e WO en tot ver na de 1e WO werd er nog in plaggenhutten gewoond. Alleen de betere stand kan zich misschien herinneren dat het vroeger beter was.

Populisme is niet per sé conservatief nationalistisch en evenmin links of rechts. Populisme is de boze burger die de pest heeft aan de overheid en aan politieke partijen die samen verantwoordelijk worden gehouden voor alles wat tegenzit: verkeersopstoppingen, woningnood, prijsstijgingen, verhoging van de pensioen leeftijd, toeslagenaffaire, verhoging van btw en benzineprijzen, politici/bestuurders met goed betaalde baantjes en de leugens die zij over het volk uitstrooien.

Mijn probleem met het boek is de stilzwijgende aanname van Kruk dat kiezers die op Wilders, Le Pen, Meloni, Orbán e.d. stemmen zich laten leiden door hun rechts-, racistisch- en nationalistisch gebral. Heel veel kiezers stemmen op Wilders, terwijl ze nog nooit zelf een migrant hebben gezien, niets weten van christendom en islam, niets hebben met Wie Neerlands Bloed, massaal op vakantie gaan naar niet-Nederlandse bestemmingen, graag restaurants bezoeken met niet-Nederlandse keuken en alleen naar Engelstalige pop luisteren.

Waarom kozen boze burgers dan voor Wilders, Le Pen, Meloni, Orbán, de BBB? Het antwoord is simpel: inderdaad, omdat ze zich bedrogen voelen door de overheid en de gevestigde politieke partijen, maar zo naïef zijn te denken dat de figuren die zich als alternatief opwerpen ook maar een haar beter zijn. Alsof die de boel niet bij elkaar liegen en wél iets zouden doen aan woningnood, prijsstijgingen, de btw en de benzineprijzen. Dat nationalistisch gebral nemen ze op de koop toe.

Wat veel kiezers eigenlijk bewogen heeft te breken met gevestigde partijen is, zo haalt Kruk (tot mijn opluchting) ene Robert Menasse aan (p. 152) is dat de sociaaldemocraten de neoliberale agenda overnamen – de basisfout van alle sociaal democratische partijen. Geconfronteerd met de uitholling van overheidsdiensten, de schaarste op de woningmarkt en de wachtlijsten in de zorg hebben de rechtse figuren de immigrant als schuldige aangewezen. Sociaal democraten besloten vervolgens: als de mensen dat willen horen, dan zullen wij dat ook zeggen. “Vanaf dat moment geloofde in mijn kroeg niemand ze meer”, aldus Menasse. Ik herinner me dat Asscher, Ploumen, Dijsselbloem en Wouter Bos het in 2008 opeens over beschaafd nationalisme hadden. Moest kunnen, vonden ze. En niet te vergeten Halsema, die in Nergensland schreef dat de hekken rond Europa moeten blijven om onze economie niet in gevaar te brengen. Zie: https://www.keesvanoosten.nl/halsema-over-nergensland-en-zatopia/





















Reacties zijn gesloten.