Nationalisme is om het volk te onderdrukken en op te zetten tegen vreemdelingen, migranten en lastige critici.
Dat Asscher over beschaafd nationalisme begint tekent het einde van de PvdA. In 2009 gaven Wouter Bos, Lilliane Ploumen, Jeroen Dijsselbloem en Ahmed Aboutaleb al een aanzet in de Integratienota “Verdeeld verleden, gedeelde toekomst”, waarin hun medeleven breed werd uitgemeten voor iedereen die ons land met bezorgdheid zag veranderen door de komst van migranten. “Dat is een akelig gevoel als het gaat over het land waar je geboren en getogen bent, en dat jij, je ouders en hun ouders daarvoor, mee hebben opgebouwd”.
De strategen van de PvdA dachten de PVV de wind uit de zeilen te nemen, maar in plaats daarvan gaven ze met hun medeleven met dat “akelig gevoel” aan dat ze ook best begrip hadden voor mensen die zich door de PVV aangetrokken voelen. Als er nu verkiezingen zouden plaatsvinden zou de PVV op 23 zetels uitkomen en de PvdA nog niet op de helft daarvan. Kortom, dat beschaafd nationalisme daar zou Asscher zich beter verre van kunnen houden, anders is het einde van de PvdA nabij.
Hoe dom het is om dat beschaafd nationalisme te omarmen blijkt ook als je bedenkt dat de PvdA daar niet alleen de weg mee effent naar de PVV maar ook allochtonen tegen zich inneemt die zich door dat herlevend nationalisme steeds meer buitengesloten voelen. Zoals dat ook het geval is met het vluchtelingenbeleid, dat er van uitgaat dat er mensen zijn die geen recht hebben op een fatsoenlijk bestaan omdat ze niet van hier en dus anders zijn.
In 2007 werd aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid WRR de opdracht gegeven nauwkeurig te omschrijven wat onze nationale identiteit is. Dat was onder het Balkenende IV, waar ook de PvdA in zat. De bedoeling was de harten van het volk te winnen voor de VOC-mentaliteit. Dat zagen Maria Grever en Kees Ribbens van de WRR echter niet zitten.
Niet alleen gaven Grever en Ribbens, net als Maxima, en tot grote woede van alle oranje verenigingen, als hun mening dat ze niet zouden weten wat die Nederlandse nationale identiteit precies voorstelt, ze betoogden bovendien dat zo’n nationale identiteit iets kunstmatigs is, iets wat door de politieke elite van een land aan het volk wordt opgedrongen.
Met onmiskenbare instemming wordt in dat WRR rapport “Nationale identiteit en meervoudig verleden” de historicus Hobsbawm aan het woord gelaten. Volgens Hobsbawn wordt de liefde voor het vaderland er bij het volk ingepompt om de elite die aan de macht is en zich ten koste van het volk verrijkt, wijs te maken dat zij uit nobele idealisten bestaat die zich inzetten voor het volk dat daardoor eerder bereid zal zijn voor het vaderland te sterven. Of bij politionele acties in Nederlands Indië te worden ingezet om kampongs uit te moorden.
Om de liefde voor het vaderland aan te kweken worden er nationale tradities in stand gehouden zoals het vorstenhuis en zwarte piet en worden kinderen onderwezen over grote witte vaderlanders en de heldenrol van ons kleine landje in de wereld. In 2006 kwamen Marijnissen (SP) en Verhagen (CDA) met het idee een Nationaal Historisch Museum op te richten. Na een hoop ruzie over de vraag in welke stad dat zou moeten komen besloot men in 2011 het idee op te geven omdat het ook eigenlijk een beetje duur was.
Inherent aan die nationale identiteit en dat nationalisme is nog een ander kwalijk aspect, namelijk het zich afzetten tegen andere mensen en landen die die identiteit niet hebben. Identiteit is immers iets wat je van anderen onderscheidt. Dus hoe meer identiteit, hoe groter het verschil met vreemdelingen, migranten en mensen met een andere kleur, geloof en etniciteit. De grote vaderlanders waar onze straten naar genoemd zijn waren allemaal wit en als regel godvruchtige christenen.
Waarom is het benadrukken van die verschillen zo kwalijk? Omdat dat onvermijdelijk met zich mee brengt dat lieden die op macht uit zijn het volk ophitsen tegen groepen en mensen die anders zijn: Moslims, Turken, Zigeuners, Surinamers, Antillianen, Marokkanen, Polen. Politici (bepaald niet alleen Wilders) maken het volk bang door erop te hameren dat allochtonen en vluchtelingen voor problemen zorgen, onaangepast zijn, geneigd tot crimineel gedrag en een verkeerd geloof hebben. Want lieden die op macht uit zijn moeten het hebben van een bang volk dat zich achter leiders schaart die roepen minderheden en zondebokken keihard aan te zullen pakken.
Het beschaafd nationalisme van Asscher en de zijnen, om maar te zwijgen van dat van Monasch, maakt niet alleen de haat tegen migranten, vreemdelingen en vluchtelingen normaal, waar de PvdA dan steeds meer in mee moet gaan om niet door de PVV en de VVD weggevaagd te worden, maar maakt ook dat de politiek (1) voor alles wat er fout gaat de schuld kan leggen bij vreemdelingen en vluchtelingen, (2) de verdeeldheid tussen autochtone en allochtone bevolkingsgroepen kan aanwakkeren om een gemeenschappelijk front tegen het neoliberale beleid te verhinderen en (3) een extreem veiligheidsbeleid door te voeren waarmee het laatste beetje oppositie kan worden gecriminaliseerd en de kop ingedrukt.
Kortom: beschaafd nationalisme leidt tot onbeschaafd nationalisme. Wie dat niet ziet en zich laat opzetten tegen allochtonen en migranten begrijpt niet dat hij daarmee een politieke elite aan de macht helpt die geen andere bedoeling heeft dan ook hem uit te buiten en van zijn vrijheid te beroven.
Reacties zijn gesloten.