Volgens Rob Wijnberg in de Correspondent (*) berichten de media wel degelijk in het voordeel van hen die aan de macht zijn, maar is er van een complot geen sprake. Volgens Wijnberg is er slechts sprake van conservatisme en dat conservatisme kan verklaard worden uit hoe media nu eenmaal werken. Met andere woorden: journalisten en correspondenten die ons van nieuws voorzien kunnen er ook niets aan doen dat wij misleid worden, het ligt aan het systeem. Ik ben het niet met Wijnberg eens.
Volgens Wijnberg heeft ‘nieuws’ de neiging conservatief te zijn omdat (1) het focust op wat fout is, fout in de zin van een negatieve verandering, (2) omdat het bondig moet zijn, waardoor het al snel conventionele wijsheden herkauwt, (3) omdat voor waar aanneemt wat beweerd wordt door deskundigen die tot de gevestigde orde behoren (4) en omdat nieuws dat niet past in wat de media het publiek pleegt voor te houden nu eenmaal (‘cognitieve dissonantie’) ook door de media verdrongen wordt.
1. De media zouden vooral oog hebben voor wat er fout gaat en dat zou ze conservatief maken. Het is maar wat je als “fout” beschouwt. De politieke elite vindt bijvoorbeeld vluchtelingen fout. Daarom krijgt Frontex extra miljoenen om ze aan de EU-grens tegen te houden. Je zou het echter ook “fout” kunnen vinden dat mensen honger lijden, sterven door luchtverontreiniging of dat de wereld afstevent op een kernoorlog. Kortom: media hebben niet zozeer oog voor wat er fout gaat maar voor wat er fout gaat volgens lieden die tot de politieke elite behoren. Dat is een keuze voor de optiek van de politieke elite.
‘Nieuws’, omdat dat zou gaan om wat fout gaat, laat volgens Wijnberg zien hoe de wereld ‘ten negatieve verandert’. Dat Wijnberg dat zo ziet komt omdat hij de politieke elite laat uitmaken wat ‘fout’ is. Voor de politieke elite is de wereld zoals die is namelijk normaal: vrije markteconomie, bestendige economische groei, inkomensverschillen die zo groot zijn dat ze competitie in de hand werken, uitwonen van de aarde. Alles wat die ‘normale’ gang van zaken verstoort is volgens de politieke elite negatieve verandering, een stap terug. Vandaar dat het nieuws dat deze ‘negatieve verandering’ tot nieuws maakt conservatief is.
Zou je niet de politieke elite laten uitmaken wat fout en ‘negatieve verandering’ is, maar de mensen die honger lijden en gediscrimineerd worden en de mensen die zich grote zorgen maken in verband met de oorlogsindustrie en klimaatopwarming, en zouden journalisten besluiten om het nieuws dáár over te laten gaan, dan zou dat nieuws opleveren dat helemaal niet conservatief is. Het zou immers laten zien dat de wereld die volgens de politieke elite normaal is ingrijpend moet veranderen. Nieuws hoeft dus niet conservatief te zijn, het kan ook progressief zijn doordat het de aandacht vestigt op misstanden en belangen die bestreden moeten worden om een betere wereld dichterbij te brengen.
2. Nieuws moet bondig zijn anders wordt het niet gevolgd en gelezen. Mee eens. Maar waarom zou dat er makkelijk toe leiden dat conventionele waarheden worden herkauwd? Om klimaatopwarming, armoede, terrorisme en racisme anders uit te leggen dan de politieke elite dat doet heb je weinig woorden nodig. Dat kan heel bondig. Het omgekeerde is het geval: het kost veel meer woorden om recht te praten wat krom is, dan om eerlijk te laten zien wat er aan de hand is. Hoe moet je bijvoorbeeld uitleggen dat de VS er op uit is ISIS in Syrië te bestrijden terwijl iedereen weet dat ISIS door de VS, Israël, Saudi-Arabië, Qatar met wapens in staat wordt gesteld zich te handhaven? Leg dat maar eens bondig uit. Nee, de meest bondige manier om nieuws te brengen is om de feiten eerlijk te brengen en om niet conventionele ‘waarheden’ te herkauwen.
Ander voorbeeld? De Nederlandse regering geeft sinds 2000 honderden miljoenen uit om de lucht verontreiniging te bestrijden. In 2010 had aan de norm moeten worden voldaan. Dat is echter nog steeds niet het geval. De meest adequate en tevens meest bondige verklaring van dat wanbeleid is dat de regering weigert om effectieve maatregelen te nemen omdat die neerkomen op het terugdringen van automobiliteit en het afzien van de aanleg van steeds meer asfalt. De invloed dus van de auto- en asfaltlobby. Als je deze eenvoudige waarheid niet aan het publiek wil brengen moet je als krant dus ingewikkelde verhalen gaan bedenken over ingewikkelde berekeningen.
Het is net als met de belastingaangifte: pas als je gaat sjoemelen met de waarheid wordt het ingewikkeld en moet je blijven sjoemelen. Eerlijk is het bondigst.
3. Nieuwsmedia vallen heel makkelijk terug om deskundigen die tot de gevestigde orde behoren. Dat voert Wijnberg aan om uit te leggen waarom de media nu eenmaal conservatief zijn. De deskundigen van de gevestigde orde (‘universiteiten, onderzoeksinstellingen, planbureaus et cetera’) geven ‘een reflectie van wat de gevestigde orde als ‘redelijk’ of ‘aannemelijk’ beschouwt’ aldus Wijnberg. Natuurlijk is het zo dat het onder deskundigen barst van de ‘experts in het legitimeren’ van de gevestigde orde, maar er zijn ook veel deskundigen die dat helemaal niet doen en juist erg kritisch zijn over de gevestigde orde. Het probleem is alleen dat de media er maar al te vaak voor kiezen om de officiële deskundigen wél aan het woord te laten en de kritische niet. Daar valt een hele bondige verklaring voor te geven: journalisten hebben zelf een bepaalde politieke opvatting (voelen zich althans verbonden met bepaalde politici en partijen) en shoppen dan bij voorkeur bij deskundigen die daar ‘feiten’ en argumenten voor verschaffen.
Er is dus geen sprake van dat journalisten als vanzelf terechtkomen bij ‘de waarheid die per definitie door de machthebbers wordt geproduceerd’, ze kiezen ervoor. En ook daar is een verklaring voor: het is over het algemeen ook hun waarheid. Journalisten hebben de meeste van hun opvattingen gemeen met de wethouder, met kamerleden, beleidsambtenaren en deskundigen van de overheid. Veel meer dan met daklozen, vluchtelingen, allochtone jongeren die met justitie in aanraking komen, krakers en activisten tegen wapenhandel, racisme en steenkolen. Journalisten horen over het algemeen zelf bij de gevestigde orde, net als de Volkskrant, Trouw, de NOS en de NRC.
4. ‘Tot slot is er nog een vierde factor die maakt dat nieuwsmedia de status quo bestendigen: hun eigen cognitieve dissonantie’, aldus Wijnberg: de ongemakkelijke waarheid wordt niet opgemerkt. Jarenlang hebben de media, in het voetspoor van de regering, geschreven dat Griekenland keihard moet bezuinigen. En als het IMF dan schrijft dat dat een heilloze aanpak is gebleken wordt dat niet als nieuws gebracht. Aldus Wijnberg. Het niet opmerken en het verdringen van feiten die je wereldbeeld in de war schoppen. Sinds de psychologie daar het begrip ‘reductie van cognitieve dissonantie’ voor heeft bedacht zijn wij min of meer geëxcuseerd. Zo werkt de psyche nu eenmaal, dat kan ons dus niet verweten worden.
Conservatisme is iets waar je journalisten moeilijk een verwijt van kan maken. Het is iemands goed recht om conservatief of progressief te zijn. En als je als journalist dan bovendien werkt in een branche die naar zijn aard niet anders dan conservatief kan zijn, wat valt je dan kwalijk te nemen als je het publiek nieuws voorschotelt waarmee de waarheid wordt onderdrukt? Niets toch? Kortom, het betoog van Wijnberg is een betoog waarmee de media en de journalist van de verantwoordelijkheid ontslagen worden om zo goed mogelijk de waarheid te brengen. Dat de media de leugens reproduceert van de machthebbers, daar zouden wij de media en de journalist dus eigenlijk geen verwijt van mogen maken. Het ligt aan de psyche en het systeem.
Tegen het betoog van Wijnberg valt in te brengen dat een journalist er best voor kiezen kan om de aandacht te vestigen op problemen die inherent zijn aan de gevestigde orde en dus alleen verholpen kunnen worden door de gevestigde orde juist niet in stand te houden. Zijn nieuws hoeft dus niet conservatief te zijn (1), Anders dan Wijnberg betoogt is het streven naar ‘bondig’ nieuws juist een argument voor eerlijk nieuws, omdat voor niet eerlijk nieuws verhullende verhalen nodig zijn waar geen eind aan komt: als je eenmaal liegt over een kwestie moet je immers blijven liegen (2). Anders dan Wijnberg betoogt hoef je als journalist niet te biecht bij een deskundige die jouw opvatting en die van de machthebber onderschrijft. Er zijn altijd genoeg deskundigen te vinden voor een contra verhaal, zodat je dat andere verhaal ook kunt bieden. Mag het publiek beslissen welk verhaal ze het meest aannemelijk vindt (3). Dat het even slikken is om je van feiten rekenschap te geven die haaks staan op wat je altijd hebt gedacht mag geen reden zijn om dat dan maar niet doen (4).
Kortom, de media en de journalist die het publiek de ‘waarheid’ laten zien zoals de machthebbers willen dat het publiek die ziet om de gevestigde orde te beschermen tegen veranderingen, kunnen niet door conservatisme (noch hun eigen conservatisme noch dat van het systeem) worden vrijgepleit. Zij kiezen ervoor mee te doen met een complot dat erop gericht is het publiek te bedriegen.
Reacties zijn gesloten.