Eind 2007 overwoog het college van b en w Utrecht om een strafklacht tegen mij in te dienen dan wel in een civiel kort geding rectificatie te eisen. Ik had de gemeente en ambtenaren van de gemeente er van beschuldigd bedrieglijke berekeningen te hebben opgesteld over de intensiteit van het verkeer die het gevolg zouden zijn van wegverbredingen. Het ging destijds over de verdubbeling van de A2 en over de Fly-over 24 Oktoberplein. Bewoners waren daartegen in verzet gekomen omdat een toename van het verkeer zou leiden tot een toename van de luchtverontreiniging.
Bij de documenten (mailberichten) die na veel juridische gedoe nu door de gemeente zijn vrij gegeven zit een mailbericht, waarin gewezen wordt op het risico dat de gemeente met zo’n juridische actie loopt. De uitkomst zou namelijk zo maar kunnen zijn dat aan het licht komt dat het verkeersmodel niet (meer) gebruikt mag worden en de gemeente bedrog pleegt door gebruik te maken van het model. Verder staat er letterlijk:
“Dat maakt de projecten waarvoor het model is gebruikt nog twijfelachtiger. Denk aan de Fly over Majellaknoop en andere projecten”.
Het mailtje concludeert: “Het is dus niet het vette hert om op te schieten, het is aannemelijk dat wij wat zullen raken, maar we kunnen ons daarbij in de eigen voet schieten”. Het mailtje is zonder twijfel “bijlage d. Mail van hoofd JZ van 22 november 2007” Zie bijlagen besluit 16 juni 2008. Het hoofd dus van Juridische Zaken van de gemeente Utrecht.
Allereerst is het natuurlijk onthutsend dat deze belangrijke ambtelijke mailschrijver er van uitgaat dat de projecten “Fly over Majellaknoop en andere projecten” twijfelachtig zijn. Dat is namelijk wat de bewoners bij de rechtbank aanvoerden en wat namens de gemeente door Juridische Zaken met stelligheid werd ontkend.
En verder is het onthutsend dat de mailschrijver (die zich kennelijk daarover door zijn deskundige collega’s van de afdeling Verkeer heeft laten voorlichten) er weet van heeft dat het model waarmee de berekeningen zijn gemaakt eigenlijk niet (meer) gebruikt mag worden en dat het gebruik van dat model zelfs als bedrog gekwalificeerd zou kunnen worden. In dat oordeel blijkt hij niet alleen te staan, want een andere collega schrijft “het VRU model als zodanig en daar zijn wij het op zich ook over eens, rammelt”. Het heeft de deskundige ambtenaren van de gemeente Utrecht er allemaal niet van weerhouden om bij de rechtbank aan te voeren dat het VRU verkeersmodel het meest uitstekende model is wat er bestaat.
Bij de behandeling van het beroep tegen de Fly-over 24 Oktoberplein werd de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) ingeschakeld: gerechtelijke omgevingsdeskundigen. Die viel erover dat de berekeningen die er in het recente verleden en kort na elkaar waren gemaakt voor het jaar 2015 voor de M.L. Kinglaan zoveel variatie vertoonden. Aanvankelijk werd een intensiteit berekend van 74.500 mvt.etmaal. Dat bleek in de berekeningen daarna in stapjes terug te zijn gerekend naar 59.400 mvt/etmaal. Bij dat aantal zou de norm voor NO2 namelijk net niet overschreden worden. De StAB kwam tot de conclusie dat aan de juistheid van de verkeersintensiteiten moest worden getwijfeld.
De variaties in de berekende intensiteit voor de M.L. Kinglaan zijn nog maar kinderspel vergeleken bij die voor de Weerdsingel. Ihkv het ontwerp ALU 2006 werd voor 2015 een intensiteit berekend van 34.500 mvt/etmaal. Ihkv het ontwerp ALU 2008 werd dat omlaag gerekend naar 20.800 mvt/etmaal. Inmiddels is dat nog verder omlaag gerekend naar 16.000 mvt/etmaal (zonder knip Monicabrug). Op de site van de SSLU staat een vergelijking van intensiteiten die voor het ontwerp ALU 2006 en voor het ontwerp ALU 2008 zijn berekend (Toveren met het verkeersmodel), die hieronder wordt weergegeven.
Het is goed om te weten dat ook belangrijke ambtenaren van de gemeente Utrecht vinden dat het verkeersmodel “rammelt”, dat het eigenlijk niet gebruikt mag worden en dat het gebruiken ervan zelfs als bedrog zou kunnen worden gekwalificeerd. Dat roept een aantal vragen op.
1. Wat mankeert er eigenlijk aan het VRU verkeersmodel?
Het antwoord is: je kunt er de meest de tegenstrijdige uitkomsten mee berekenen. Wil het college voor de Weerdsingel in 2015 34.500 mvt/etmaal horen, 20.800 of 16.000? Het kan allemaal. Je hoeft maar aan een paar knoppen te draaien en er komt precies uit wat de opdrachtgever horen wil. Blijkt dat we in 2015 de EU-norm voor NO2 niet halen? Geen probleem, met behulp van het verkeersmodel wordt de intensiteit op wegen met dreigende overschrijding eenvoudig zo ver omlaag gerekend dat er wél aan de EU-norm wordt voldaan en wethouder Lintmeijer kan volhouden dat dit college heeft gedaan wat het heeft beloofd.
2. Is het gebruiken van een rammelend verkeersmodel bedrog?
Ik verwijs naar de opvatting van een paar belangrijke ambtenaren, die het er met elkaar over eens blijken te zijn dat het model rammelt en dat het gebruik ervan dus als bedrog kan worden gekwalificeerd. Er worden met dat model intensiteiten berekend waarvan de gemeente weet dat ze “projecten waarvoor het model is gebruikt nog twijfelachtiger [maken] . Denk aan de Fly over Majellaknoop en andere projecten“.
3. zijn de gebruikers van een rammelend verkeersmodel verwijtbaar?
Uit de openbaar gemaakte ambtelijke mailwisseling blijkt dat de ambtelijke mailschrijvers de mening zijn toegedaan dat de ambtenaren die met het verkeersmodel werken en die met de uitkomsten daarvan beleid maken en verdedigen geen verwijt mag worden gemaakt. Dat de uitkomsten niet deugen zou namelijk niet hun schuld zijn, maar de schuld van het model. Als ze uitkomsten gebruiken om twijfelachtige projecten mee te verdedigen (d.w.z. aan de normen voor luchtkwaliteit voldoen), terwijl zij weten dat het model niet deugt, ook dan zou hen geen verwijt gemaakt mogen worden. Een bizar argument. Ik zou zeggen: als je weet dat het verkeersmodel niet deugt, deug je zelf niet als je het niettemin gebruikt. Dat geldt ook voor deskundigen die er luchtkwaliteitsberekeningen mee uitvoeren en dat geldt zeker ook voor wethouders en raadsleden die er hun besluiten op baseren, weten dat de intensiteiten die door het verkeersmodel onbetrouwbaar zijn of moeten weten dat dat het geval is (maar het liever niet weten).
Voor de beoordeling van de verwijtbaarheid van de betreffende ambtenaren en wethouder Lintmeijer (GroenLinks) is het belangrijk te weten dat zij zich verzetten tegen inzage in stukken waaruit kan blijken met welke invoergegevens het verkeersmodel gevoed wordt. Er zouden geen stukken zijn waar dat uit valt op te maken. Op 10 maart wordt het beroep behandeld tegen de herhaalde weigering van wethouder Lintmeijer om openheid van zaken te geven.
Reacties zijn gesloten.